Author Archive Tim

1 jaar Zwijgende vaders – hun stemmen verstommen niet

Ik wil je graag kort bijpraten over 1 jaar ‘Zwijgende vaders’, het onbekende verhaal van de dwangarbeid’ én je uitnodigen om mee te denken over een volgende activiteit.

Ruim een jaar geleden kwam mijn boek uit, de reconstructie van de oorlogsjaren van mijn vader Paul. Die werd in 1943 naar Krefeld afgevoerd om tot de bevrijding in maart ’45 te moeten werken in een staalfabriek. Het boek gaat over de lotgevallen van een groep jonge mannen, die door trauma, schaamte en onmacht amper of niet in staat waren over hun Arbeitseinsatz-tijd in nazi-Duitsland te praten.

‘Zwijgende vaders’ heeft veel teweeggebracht. Inmiddels is er een vierde druk verschenen. Honderden berichten van (klein)kinderen die zich herkennen in het verhaal van Paul en zijn kameraden. Dertig lezingen in het land, van bibliotheek tot theater, van heemkundekring tot museum. Ik mocht in Nationaal Monument Kamp Amersfoort een toespraak houden. Zwijgende vaders is verwerkt in twee bevrijdingsconcerten, een herdenkingswandeling, het herinneringsboek ‘80×2 minuten’, en ook in Duitsland zelf heb ik over de dwangarbeid mogen vertellen.

Wat nu? Met veel plezier blijf ik lezingen en presentaties verzorgen. Dat is ook mijn vraag aan jou, als geïnteresseerde in de geschiedenis van de dwangarbeid en de Tweede Wereldoorlog. Weet jij een organisatie, historische vereniging, boekhandel, bibliotheek, leesclub of een andere bijeenkomst waarvoor ik een interactieve bijeenkomst mag verzorgen? Benader ze gerust of laat het me weten.

Tien tips voor jouw onderzoek

Hoe ga je te werk om die zwijgende vader alsnog aan het praten te krijgen, ook al is hij allang overleden? Dit zijn tien handzame tips. Ik hoor graag (in de reacties) welke jij eraan wil toevoegen.

1. Je begint bij je eigen familie. Als je vader nog leeft, open met een vraag waaruit oprechte interesse blijkt. Doe hetzelfde bij je moeder, ooms en tantes, bij je broers of zussen. Herinneringen zijn persoonlijk en natuurlijk gekleurd door de band die hij of zij met de zwijgende vader heeft. Feiten leg je naast elkaar. Zo ontstaat het inhoudelijke startpunt van je onderzoek.

2. Foto’s, brieven, paperassen die zomaar opduiken. De familie heeft mogelijk ergens op zolder, in de kelder of ergens in een ‘map met ouwe meuk’ tastbare herinneringen aan de oorlogsjaren. Blijf ze eraan herinneren dat ze ‘toch even extra moeten zoeken’. Niet zelden heb ik meegemaakt dat familieleden zeker wisten dat er niets was, en dat na een extra check toch die ene foto of een vergeelde briefwisseling opdook.

3. Je duikt in de belangrijkste archieven. Ik pik er drie uit, waar je absoluut eerst even moet gaan zoeken omdat hier de basis ligt voor officiële papieren, originele lijsten van arbeiders, verklaringen en getuigenissen. In willekeurige volgorde: Arolsen Archieven, Rode Kruis en de dwangarbeid, en het Centrum voor Familiegeschiedenis.

Als je hier niks vindt, dan heb je pech. Zoals mij overkwam. Na een jaar ontdekte ik dat mijn vader Paul wel degelijk in de Arolsen Archieven voorkwam, maar dat zijn naam volledig verkeerd was gespeld. Deze drie archieven geven je handvatten om verder te speuren. Ga daarom op zoek naar (klein)kinderen van mannen die worden vermeld op de lijsten waar je zwijgende vader ook wordt genoemd. Heb je iemand, herhaal stap 2. Heb je al wat informatie, maak gebruik van de behulpzame regionale archieven. Hier werken steevast zeer bereidwillige en meedenkende mensen.

4. Hoe vind je die kinderen? Dat is een hele leuke vraag voor iemand die zich graag vastbijt in het onderzoek. Vraag persoonskaarten op, zodat je ook de namen van het nageslacht verkrijgt. Check lokale heemkundekringen, die vaak bidprentjes verzamelen. Ga aan de hand van die namen op social media op zoek naar (klein)kinderen. En dan pak je ouderwets de telefoon. Blijf bellen, geef niet op. Soms heb je ineens beet, soms pas na dertig belletjes.

5. Lees en verdiep je. De naslagwerken van Karel Volder zijn een belangrijke bron om enig idee te krijgen hoe de mannen de dwangarbeid hebben beleefd en hoe ze uit de oorlog zijn teruggekeerd. Tewerkgesteld van Renske Krimp-Schraven is een recent boek dat je gelezen moet hebben. En mijn eigen boek Zwijgende vaders vertelt je natuurlijk alles over mijn speurtocht, inclusief frustratie en momenten van euforie.

6. De eerste reconstructie. Begin aan de hand van je bevindingen met een tijdlijn plus namen. Wie waren bij jouw zwijgende vader in Duitsland. Wanneer zijn ze vertrokken? Wat voor werk hebben ze verricht? Welk bewijsmateriaal heb je om in zijn voetsporen het oorlogsverhaal samen te stellen? Ga nog niet schrijven, want dat vertraagt. Begin met de hoofdzaken, zodat je een kader hebt dat je beetje bij beetje gaat inkleuren. Neem de tijd, het kost al genoeg energie.

7. Op pad. Wie weet waar zijn zwijgende vader is geweest in Duitsland, moet naar de plek zelf. In Krefeld heb ik gelegenheid gehad om het fabrieksterrein te betreden. Niets deed meer denken aan die tijd, maar het opende wel ‘een energetisch veld’. Hier liep mijn vader als jongeman. In de stad kun je ook het centrum bezoeken, een kerk, een bioscoop uit die tijd. Veldonderzoek is vooral het aantikken van je hartsgebied.

8. Wat als de naam van je vader voorkomt in het CABR, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging? Hier kan je onderzoek een bijzondere wending nemen? Heeft hij misschien sympathie gehad voor Hitler? Die vraag heeft mij best bezig gehouden. Wordt hij genoemd in een onderzoek naar ‘foute’ Nederlanders? Mijn advies, zoek het uit en ga naar Nationaal Archief in Den Haag. Het vertelt het hele verhaal van toen. Dat is wat je wil, toch? Wat is er toen gebeurd.

9. Als je eenmaal alle bronnen hebt geraadpleegd, en je hebt een berg aan informatie opgeduikeld, dan wordt het tijd om te selecteren. Hoe vaak heb ik zelf niet een zijpaadje genomen? Je weet maar nooit wat je daar aantreft. Elke keer moest ik mezelf tot de orde roepen: Focus op het verhaal van je vader, Tim! Het is zo eenvoudig om jezelf te verliezen in het bredere verhaal van de dwangarbeid. Je wilt iets weten over jouw zwijgende vader. Houd hem in gedachten, en richt je op die cirkel. Hij, de mannen, de plek, de gebeurtenissen daar en toen.

10. Het moment van oogsten. Alle informatie heb je te verwerken. Dat hoeft niet meteen in een boek. Dat kan ook in de vorm van een fotocollage. Of in een lange mail aan je familie. Je kunt er een PowerPoint van samenstellen. Bewaar het verhaal van jouw zwijgende vader in ieder geval niet voor jezelf. Deel het met je broers en zussen, met neven en nichten, met je kinderen, of wie dan ook interesse toont. Zo zorgen we ervoor dat die zwijgende vaders toch gaan vertellen. Via jou. Succes!

Dichter bij die ouwe

De vraag keert na afloop van elke lezing terug: Hoe kijk je nu tegen je vader aan, Tim? Of een variant op die vraag: Zou je vader trots op je zijn? Het is een diep persoonlijke vraag. En ik heb er nog steeds geen sluitend antwoord op.

Misschien hoeft dat ook juist niet. Hij is in ieder geval dichterbij gekomen. En ik bij hem. Hoe kun je een man ontmoeten die al 46 jaar dood? Hoe kun je hem echt leren kennen als je vooral zijn oorlogsjaren onderzoekt? Na verschijning van Zwijgende vaders heb ik zelf alleen maar meer vragen voor hem. Eigenlijk is dat vooral een logische ontwikkeling. Wie ouder wordt, gaat meer reflecteren. Voor de hand ligt dat je dan denkt: Hoe zou mijn vader hierover hebben gedacht?

Door met jezelf in gesprek te gaan, raak je automatisch verbonden met de man (en vrouw) die je op de wereld hebben gezet. Als vader kijk ik op de eerste plaats naar mezelf, dan naar mijn kinderen, maar net zo wezenlijk is het achteruit kijken. Niet in nostalgie, niet in verlangen naar wat ooit was, maar wel in dankbaarheid en respect voor de ouders die hebben gedaan wat ze konden. En die soms niet hebben gedaan wat ze niet konden.

Dat verklaart mede waarom ik aan het begin van mijn gesprek met Annemiek Schrijver in De Verwondering vrijwel meteen geraakt werd toen mijn vader Paul ter sprake kwam. Klik op de foto om de uitzending (zondag 24 november 2024) terug te kijken.

Derde druk voor Zwijgende vaders

Heerlijk nieuws op maandagochtend. Er is een derde druk van ‘Zwijgende vaders, het onbekende verhaal van de dwangarbeid’. De verkoop loopt dus gestaag door nu we in Nederland tachtig jaar bevrijding vieren. In het voorjaar van 2025 staan al weer veel lezingen en voordrachten in de agenda. Wie niet kan wachten, deze donderdag 14 november in Amersfoort, en de week erna op 21 november in Emmeloord. Kijk hier voor waar en hoe laat precies: Lezingen Zwijgende Vaders

Eindelijk, nieuwe info over dwangarbeider Paul

‘Breaking news’ over de oorlogsjaren van mijn vader Paul! De dochter van de man, tweede van links, heeft zich gemeld met ontroerende informatie. Komende donderdagavond vertel ik erover: Regionaal Archief Tilburg, 20 uur. Hier kun je je (gratis) aanmelden: https://www.heemkundekringtilburg.nl/aankondiging-lezing-oktober-2024.html

In de voetsporen van onze vader

Het voelt als de epiloog van ‘Zwijgende vaders’. Met mijn broers bezoeken we de fabriekshallen waar onze pa Paul als dwangarbeider heeft moeten werken en overleven. Deutsche Edelstahlwerke in Krefeld, waar de twintiger van juli 1943 tot de bevrijding in maart ’45 de basis legde voor zijn langdurig zwijgen dat vele lezers in hun vader of opa herkennen.

Zwijgende vaders terug in Krefeld

‘Der Kreis is geschlossen.’ De cirkel is rond, stelde ik licht geëmotioneerd vast toen ik gesteund door een enorm uitvergrote foto van mijn vader en zijn kameraden in het Duits mocht vertellen over mijn boek ‘Zwijgende vaders, het onbekende verhaal van de dwangarbeid’. In Krefeld, waar pa Paul een aantal oorlogsjaren moest doorbrengen.

Daarmee bracht ik de mannen van toen, die er om uiteenlopende redenen het zwijgen toe deden na terugkeer, alle mogelijke eer aan. Tachtig jaar later terug in Krefeld, om ‘ons verhaal’ te delen met Duitse toehoorders die ‘hun eigen verhaal’ bij zich dragen. Het was een bijzondere uitwisseling van gedachten en gevoelens, van begrip en verbazing over het lot van de dwangarbeiders.

Was het tot voor kort in Nederland een onbekend thema, voor de Krefelders is met een expositie over ‘Zwangsarbeit’ eveneens een compleet nieuw hoofdstuk opengegaan. Mijn lezing was een piepkleine bijdrage, maar betekende voor mij persoonlijk een megagrote stap in het verder begrijpen van mijn familiegeschiedenis. Pa is weer wat dichterbij gekomen, na zijn vroege dood in 1978.

En dat dichterbij komen geldt ook voor Duitsers en Nederlanders die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog al dan niet direct hebben meegemaakt. Zo stond ik met twee oudere Duitse dames vrolijk te praten over ‘die tijd’, en hadden we het over onze vaders. Ook hier weer de gemeenschappelijke ervaring dat er thuis niet of amper over werd gesproken. Dat de ene vader als Duitse soldaat in Frankrijk krijgsgevangene was en de andere als SS’er was gesneuveld in Rusland, deed niet eens terzake.

We waren hun kinderen, en we deelden het gemis en verlangen.

Op naar Schagen! Op naar Krefeld!

Ik heb nazomerse zin om opnieuw te gaan vertellen over ‘Zwijgende vaders’ Op mijn pagina ‘Lezingen’ vind je mijn agenda voor de komende maanden. Te beginnen op vrijdagavond 6 september in Schagen, en op zondagavond 8 september vervolgd op een zeer bijzondere plek: Krefeld, waar het voor mijn vader als dwangarbeider allemaal begon. Klik hier voor het volledige overzicht: Lezingen over Zwijgende vaders, het onbekende verhaal van de dwangarbeid.

Zwijgende vaders? We zijn verre van alleen

Sinds het verschijnen van ‘Zwijgende vaders, het onbekende verhaal van de dwangarbeid’ heb ik honderden reacties ontvangen van kinderen die zijn geraakt door een gevoel van herkenning. Mijn vader Paul was niet alleen. En wij (klein)kinderen evenmin. Een beknopte selectie, waarbij de namen zijn geanonimiseerd.

De vader van Janneke kwam pas maanden na de oorlog weer thuis, via een omweg door Italië en Frankrijk. ‘Hij was niet spraakzaam over die moeilijke periode omdat hem openlijk werd verweten niet tegen de Duitsers in opstand te zijn gekomen.’ De vraag die zovelen voor de voeten werd geworpen: ‘Waarom heb je geen verzet gepleegd of ben je ondergedoken?’

Schaamte wordt soms doorgegeven. ‘Op de lagere school durfde ik niet te vertellen dat mijn vader in Duitsland heeft moeten werken’, schrijft Marjan. ‘Was het goed of fout wat hij heeft gedaan?’ Haar vader heeft zijn ervaringen in rijmvorm opgeschreven, een creatieve manier om vreselijke gebeurtenissen een behapbare vorm te geven. ‘Door je boek Zwijgende vaders denk ik er nu over om ook naar de stad te reizen waar hij van juni 1943 tot het eind van de oorlog heeft gezeten.’

De vader van Berend was door zijn technische kennis gepromoveerd tot buschauffeur voor dwangarbeiders. ‘Aan het eind van de oorlog moest hij soldaten naar het oostfront transporteren.’ Hij kom niet meteen naar huis. Door de Amerikaanse generaal Patton werd hij in dienst genomen voor onderhoud aan de tanks. ‘Hij heeft er zijn hele leven niet over gesproken. Pas op het eind van zijn leven in het verpleeghuis kwam het eruit.’

Anders was dat met de vader van Mieke. ‘Mijn vader heeft er altijd over verteld. In 2002 is hij met een groep Nederlandse en Belgische dwangarbeiders in Karlsruhe ontvangen door het gemeentebestuur. Een hele week hebben zij daar de plekken bezocht waar ze tewerkgesteld zijn. Ook hebben ze op scholen gesproken.’ Het zijn schrijnende verhalen, over onder meer ‘de schuilkelder waar hij eigenlijk naartoe moest tijdens een enorm bombardement. Hij kon er niet bij. Op die plek zijn veel slachtoffers gevallen.’

Piet schrijft over de antinazistische opvattingen van zijn vader, die om die reden naar een strafkamp in Stettin werd opgesloten. Overdag moest hij werken bij een boer. Over hem zei hij: ‘Als Germaan behandelde hij me goed, maar ook was hij een kolere-nazi.’ In datzelfde kamp zaten Fransen en Polen. ‘Loerde een Pool in een barak naar buiten, dan hadden bewakers soms de lol om hem door het raam weg te schieten.’

De vader van Henk vertelde over de voortdurende honger. ‘Hij liep op een dag langs een bakkerij. De lucht van vers brood trok hem de winkel in. In de drukte van burgers, soldaten en het personeel wist hij een brood te stelen, maar de bakker ontdekte dat. Hij had de vermagerde jongen uit het kamp al bij binnenkomst opgemerkt. Mijn vader schrok enorm dat hij was betrapt, maar de bakker knikte hem bemoedigend toe. Deze herinnering kon hij niet zonder vochtige ogen vertellen. “Was ik verlinkt, dan hadden de Duitse soldaten me misschien wel hartstikke doodgeschoten.” Natuurlijk schoot ik daar ook weleens van vol.’

De vader van Mark kwam uit Aalsmeer. In het gezin waren nog drie zusters. De NSB dreigde het gezin met deportatie naar Duitsland als de zoon zou onderduiken in plaats van zich te melden voor de arbeidsinzet. ‘Dan is het vanzelfsprekend dat je gaat.’ Toen de geallieerden de Duitse grens naderden en de dwangarbeiders richting oosten moesten afmarcheren, kon hij ontsnappen. In het bevrijde Limburg kon hij aansterken. ‘Weer thuis was iedereen sterk vermagerd. Mijn vader zag er natuurlijk goed uit, en prompt kreeg hij de vraag of hij in de oorlog fout was geweest.’

Dat was anders voor de vader van Lieneke. Die vertelde over zijn ‘gruwelijke ervaringen tijdens de bombardementen op Hamburg, en de willekeurige executies in het werkkamp’. Na de bevrijding van Nederland is hij lopend huiswaarts gegaan, ‘onderweg vluchtend en slapend in troggen, zich verstoppend in bossen. Zo veel was hij afgevallen dat niemand hem meer herkende in het dorpje waar hij vandaan kwam.’

Frits kreeg ‘Zwijgende vaders’ van zijn dochters. Hij laat weten dat ‘na twintig pagina’s tot me doordrong dat dit over mij gaat’. Ook zijn vader stierf op jonge leeftijd. Van de oorlog waren geen herinneringen overgebleven, anders dan een pasfoto van hem ‘met een smal ingevallen blik en nietszeggende, starende ogen’. Via de Arolsen-archieven ontdekte Frits dat zijn vader in Bremen had gezeten. Een oom kon hem er niets over vertellen. ‘Je vader sprak er niet over.’

Wil jij jouw verhaal ook delen? Doe dat op deze pagina: zwijgendevaders.nl/jouwverhaal

Namens de zwijgende vaders in Kamp Amersfoort

Mijn oproep om het zwijgen te doorbreken, uitgesproken op de jaarlijkse herdenking van Kamp Amersfoort op 19 april 2024

Hij was maar een dwangarbeider. Hij was een man die naar Duitsland is gegaan. Hij was volgzaam, want hij ging omdat hij moest. Hij was geen held. Hij was geen verzetsstrijder. Hij verborg geen joden. Hij was zelf geen onderduiker, die de Arbeitseinsatz op die manier probeerde te ontlopen. Nee, hij was maar een dwangarbeider.

Hij was mijn vader. Paul Overdiek. En dat ik zijn naam noem, Paul, mijn vader, de dwangarbeider, maakt mij nederig. Zeker op deze plek. Bescheiden, bijna beschaamd. Het is een wat onbestemd gevoel, alsof het niet klopt. Alsof wij, kinderen van dwangarbeiders, geen recht van spreken hebben. Omdat hij, mijn vader, net als honderdduizenden andere lotgenoten, maar een dwangarbeider was.

Het zwijgen doorbreken. Dat is mijn boodschap, hier vandaag in het voormalige Kamp Amersfoort. Want zwijgen kon mijn vader als geen ander. Over zijn tijd als dwangarbeider geen woord. Nou ja, één woord. Rottijd. Als mijn moeder er weleens naar vroeg, dan zag je hem verstarren, en spuwde hij dat woord: Rottijd. Dan draaide hij zich om, liep ie weg. Boos, gefrustreerd, beledigd, getraumatiseerd.

Zwijgen is een veelbeproefde methode om een trauma te verbergen. Om er geen aandacht aan te geven. Om zo te denken dat het er dus niet is. Terwijl dat trauma geduldig ligt te wachten om op een dag venijnig tevoorschijn te komen. Niet zelden pas aan het eind van iemands leven. Dat dan de nachtmerries komen, dat die zogeheten rottijd al die tijd aan het rotten is geslagen. Het moet eruit. Wat je ook hebt meegemaakt in een oorlog.

Maar voor dwangarbeiders was er die extra reden om te zwijgen. Gevoelens van schaamte. Van schuld. Van pijn die er niet mocht zijn, maar die er wel degelijk was. Gevoelens van onmacht bij deze vele mannen, en ook een aantal vrouwen, die na hun tijd in Duitsland terugkeerden in een thuisland dat in puin lag. Waar geen tijd, geen ruimte, geen toestemming was voor hun geleden leed.

En nu dan is er wel die ruimte. We leren erover in de bijzondere expositie op deze plek. Verhalen die lange tijd zijn verstopt in de zelfverkozen stilte. Verhalen die wellicht bij u thuis verborgen liggen in vergeten foto’s op zolder. Verhalen die nog net op tijd zijn opgetekend in een ander boek dat onlangs verscheen: Tewerkgesteld, van Renske Krimp. De onthulling van het Razzia-monument in Rotterdam, afgelopen november. Ja, de mannen van toen mogen er zijn. Eindelijk.

En zeker vandaag. De verhalen liggen letterlijk op deze plek in het zicht, maar liggen ook in ons besloten. In ons lijf, in ons hart. Dragen wij het zwijgen met ons mee? Een beetje schaamte, een beetje schuld? Zo heb ik het zelf wel jarenlang gedacht. Pa, hád jij niet kunnen onderduiken? Voor mijn boek ‘Zwijgende vaders’ heb ik de Duitse oorlogsjaren van mijn vader gereconstrueerd. Het zwijgen had invloed op ons, kinderen en kleinkinderen. Wij zwijgen ook. Want, heel vaak onbekend met hun verhaal. Ja, vader of opa of oom maakte er weleens een opmerking over. Maar hun lot was onvergelijkbaar met… Dus, begin er maar niet over. Vraag er maar niet naar.

Mijn vader zat in Krefeld, kwam ik na lang speuren tot de ontdekking. Hij werkte gedwongen in een staalfabriek, hij maakte pantserplaten voor Duitse tanks, hij was kraanmachinist. Tewerkgesteld, tegen zijn zin.

Een van zijn kameraden was Willem Olivier. Willem was wel een held, in mijn ogen. Hij was actief in het verzet, werd opgepakt, en tot twee keer toe hier in Kamp Amersfoort opgesloten. Zijn gevangenennummer: 2248. Via Kamp Vught belandde Willem in Krefeld. Hij had geluk, hij overleefde de oorlog.

Willem Olivier had boos kunnen zijn. Wraakzuchtig wellicht. Maar Willem vertelde zijn zonen dat ‘kwaad worden heel normaal is. Maar kwaad blijven’, zei hij, ‘is des duivels.’ Je mag ook een heel volk niet veroordelen om wat de nazi’s hebben veroorzaakt. Verlaag jezelf niet, benut de kans om goed contact te hebben met mensen die wel aardig zijn, aldus Willem Olivier. Een simpele en grootmoedige boodschap.

Menselijk gedrag in tijden van een mensonwaardig systeem. Ik heb er diepe bewondering voor. Het heeft mij geholpen om dat morele stemmetje te sussen. Die kritische vragen die maar blijven rondzingen. Pa, had je niet kunnen onderduiken? Pa, was het echt zo’n rottijd? Pa, had je misschien… sympathie voor de bezetter? Pa, waarom heb je zo gezwegen? Waarom?

Mijn vader en zijn kameraden zijn bevrijd door het Amerikaanse leger, begin maart 1945. Ik heb vorig jaar mei een van die Amerikanen persoonlijk kunnen bedanken, en het was niet de minste. Henry Kissinger. Voormalig minister van Buitenlandse Zaken en zijn hele leven lang diplomaat. Wat je ook van hem denkt. In Krefeld was Kissinger soldaat eerste klas, en belast met het denazificeren en opnieuw opstarten van het stadsbestuur.

Ik had hem een kwartiertje aan de telefoon. Hij vertelde over de dwangarbeiders, gebruikte de term ‘displaced persons’ – ontheemde mensen, vluchtelingen.  ‘Zoals ik het zie’, aldus Henry Kissinger, ‘zijn in een oorlog alle mensen tragische slachtoffers. Ik heb diepe empathie voor iedereen die heeft geleden onder oorlogsgeweld.’  Einde citaat.

En toen vroeg de man, in Duitsland geboren, net als mijn vader in 1923: ‘Wat is er later met je vader gebeurd, Tim?’ Die vraag raakte me enorm. Niet alleen noemde hij me bij mijn voornaam, maar ook wilde hij oprecht weten hoe mijn pa, Paul Overdiek, uit de oorlog was gekomen. Dus mocht ik vertellen over zijn trauma, over zijn moeizame leven, over zijn lange lijden en depressies.

Kissinger overleed afgelopen november. Hij is ouder dan honderd geworden. Mijn vader stierf toen ik 13 jaar oud was. Hij was 55, en tot aan het eind van zijn korte leven dus die zwijgende vader. Zoals zovele verplicht tewerkgestelden. Ik heb hem teruggevonden, door in het spoor van de oorlog te treden. Ja, mijn vader was maar een dwangarbeider. En ik ben zijn zoon. Ik doorbreek het zwijgen en geef daarmee een stem van erkenning aan de mannen van gisteren. Niet alleen hier en nu, maar voor de generaties van morgen. Dank u wel.